Bear Lake en Salt Lake - Reisverslag uit Wellington, Verenigde Staten van Simone, Koen, Eline en Nynke - WaarBenJij.nu Bear Lake en Salt Lake - Reisverslag uit Wellington, Verenigde Staten van Simone, Koen, Eline en Nynke - WaarBenJij.nu

Bear Lake en Salt Lake

Door: Koen

Blijf op de hoogte en volg Simone, Koen, Eline en Nynke

10 September 2009 | Verenigde Staten, Wellington

Met uitzicht op de skischans van de 2002 Winter Olympics schrijven we de wat verlate update. We zijn Salt Lake City alweer voorbij en zijn nu de bergen weer in. O ja, dankjewel voor alle leuke reacties op het weblog. Ieder keer als we inloggen kijken we eerst of er nog reacties zijn. Dus ga vooral zo door!

Donderdag 3 september Jackson Hole – Bear Lake
Jackson is een leuk dorpje. Veel fietspaden, prachtige uitzichten op de omliggende heuvels, een skigebied om de hoek, veel speeltuinen, een goede collectie winkels en geen dikke mensen op straat. Als we ooit emigreren, dan staat Jackson in de top 5 van favoriete bestemmingen. Maar toch, we moeten door. We besluiten er een rustig dagje van te maken met een beperkt doe-programma. We shoppen bij de Albertson’s, zeg maar de Albert Heijn van Amerika, en lunchen bij een speeltuin in een park. De zon schijnt niet te fel, de kids vermaken zich, wat een weelde!.

Daarna rijden we in één ruk door naar het Bear Lake, net iets voor het dorpje Garden City. We zitten in Utah! Vanwege het azuurblauwe water wordt Bear Lake en omgeving weleens de Cote d’Azur van Amerika genoemd, maar dat gaat net iets te ver. Wel een prachtig meer met glooiende heuvels op de achtergrond. De KOA-camping heeft alles wat we nodig hebben: zwembad, speeltuin, midget golf en zelfs een springkussen. De kids vermaken zich prima met al het speeltuig. Het springkussen bewaren we voor morgen. De meeste lol hebben ze met de vierpersoonsfietsen (twee fietsers naast elkaar, voorop een brede mand waar twee kinderen in passen). Ze mogen er niet op rijden, maar klimmen er een half uur lang in en uit.

Als de kids in bed liggen, komt de domper van de dag. Internet doet het niet. En we hadden nu net gehoopt om de website te updaten. Tot half elf ’s avonds is Koen, met hulp van Ross van de camping, bezig om het internet op te komen, maar niets helpt. Zelfs de helpdesk van de firma die voor de camping de verbinding regelt, kent geen soelaas. Nog erger wordt het als Simone Koen niet kan vinden. Hij is met Ross in de kamper kitchen gaan zitten, omdat daar de verbinding het beste is. Maar daar brandt geen licht. Simone zoekt zich een ongeluk. Als ze hem eindelijk vindt, zijn er tranen van ongerustheid.

Vrijdag 4 september Bear Lake
Vandaag een rustdag voor de kids. We blijven lekker op de camping en geven ons over aan kinderspeeltjes. Eline en Nynke krijgen een polsbandje voor het springkussen. Samen springen ze naar hartelust in het inmiddels behoorlijk volle zwembad. Complete families met opa, oma, vier kinderen en talloze kleinkinderen liggen in het water.

Dit weekend blijkt een van de drukste weekenden voor campings te zijn. Hoewel de scholen afgelopen maandag (of in sommige staten een week eerder al) begonnen zijn, trekt heel Amerika er nu een lang weekend op uit. Maandag is namelijk Labour Day, een nationale dag vrij, dus drie dagen aaneen vrijaf. Voor de zekerheid hebben we daarom twee nachten gereserveerd, de eerste keer dat we dat nodig achtten. En hoewel de camping nu nog redelijk leeg is, blijkt het onmogelijk om voor zaterdag op zondag een plekje bij te boeken. De hele dag trekt een parade van caravans en campers voorbij, de een nog groter dan de ander. En zaterdagochtend staat inderdaad de hele camping propvol.

’s Middags doen beide kids een uitgebreid dutje, een signaal dat ze aan een rustdag toe waren. Koen grijpt die kans om met de mountainbike de heuvels in te trekken. Verschillende tweespoorspaden wervelen door de heuvels. Ze zijn bedoeld voor quads, ATV in het Amerikaans, die we op aanhangwagens al vele binnen hebben zien komen. Op de fiets rijdt het ook prima - doch wel wat inspannender. Veel struikjes en dor gras onderweg, maar ook scherpe afdalingen over losse keien, paadjes door berkenbosjes, doodlopende wegen naar bergtoppen en beklimmingen over mul zand. Ook probeert hij nog bij Bear Lake terecht te komen, maar dat lukt niet. Veel te drassig.

Om vijf uur komt bij de speeltuin een tractor met kar voorgereden. Tijd voor de hay ride! Met deze wagen haalden boeren vroeger het stro op. Nu gaat de tocht slechts over de camping. En kun je het beter een ‘hey ride’ noemen, want de twintig kinderen roepen bij elke camper hard ‘Hey!’ Bij het toiletgebouw speelt de boer annex chauffeur een kwis met de kids. Wie een vraag het snelst beantwoordt, krijgt een snoepje. Helaas stellen Simone en Koen ernstig teleur en weten ze geen enkel snoepje te scoren. De kids zijn niet eens boos, maar meer verdrietig en teleurgesteld. Dus krijgen ze bij de camper maar een eigen snoepje.

Na het eten zien de kids op een campingplek schuin tegenover ons opeens iets bijzonders. Tussen de auto´s, quads, elektrische step en fietsen staat een klein autootje. Precies groot genoeg voor twee kindjes van ommenabij de vier jaar oud. Daar willen ze wel eens in. Verlegen lopen ze tussen het wagenpark en bijbehorende mensen door. Mag het? Ja hoor, zegt Holly, een meisje van 18 dat met haar neefjes, ouders en oom en tante hier logeert. Meteen klimmen de kids erin en spelen zeker drie kwartier met stuur, toeter en lampen. Dan komt ook de eigenaar van het autootje eraan, Braxton van vier. Hij rijdt als een volleerde taxichauffeur de kinderen over de inmiddels donkere camping. Ze genieten met volle teugen. En ondertussen krijgen Simone en Koen van Holly en neven tientallen things-to-do rond Salt Lake City kado.

Als de kids eindelijk in bed liggen haalt Koen, gewoon op de fiets, in het dorp een ijsje voor Siem.

Zaterdag 5 september Bear Lake – Brigham City
“All you can eat breakfast, 5 dollar.” Een betere kans om zoveel mogelijk pannekoekjes naar binnen te werken is er niet. Dus staan wij om half negen klaar. Eline eet er wel vier weg, Nynke twee en over Simone en Koen moeten we het maar niet hebben. “Dat is een goede bodem. Lekker zeg”, zou Heuvelbuik zeggen.

Kleine terzijde: al vijf weken lang luisteren we dagelijks naar de sprookjes-cd van De Efteling. We kunnen ‘De wolf en de zeven geitjes’, ‘Doornroosje’, ‘De kikkerkoning’ en het onterecht onbekend gebleven ‘De zes dienaren’ inmiddels dromen. Tussen de sprookjes zitten leuke liedjes, wat er mede voor zorgt dat we de cd nog steeds niet beu zijn (nou ja, meestal niet dan). Heuvelbuik is een van de dienaren van de prins die de dochter van de kwaadaardige koningin verovert, samen met collega’s Langnek, Kogeloog, Koukleum, Luistervink en Torenbeen. Als Heuvelbuik 300 koeien en 300 vaten wijn heeft verorberd, laat hij een dikke boer en zegt: “Dat is een goede bodem. Lekker zeg.” Wij zeggen het bij elke geschikte en ongeschikte gelegenheid.

Uiteraard zwemmen we nog even voordat we op pad gaan. We draaien westwaarts van Bear Lake af. Plotseling rijden we door een prachtige, smalle canyon die zich een weg baant door de bergen heen. Zo´n prachtige rit hadden we niet verwacht. Tussen het honderen meters hoge berggeweld kabbelt de veroorzaker ervan rustig naast de weg: een riviertje met de veelzeggende naam Snake River. We stoppen op een gravelparkeerplek om lekker wat steentjes in de rivier te gooien. We lopen door een fris bosje en bereiken de rivier, maar steentjes liggen er niet. Wat verderop gaat het paadje door de rotsen omhoog en brengt ons bij een enorme rotswand. Tot onze verbazing zitten er klimhaken in. En tot onze nog grotere verbazing komen er twee jongens van een jaar of twintig die de wand onderzoeken bekijken. Bijna onmogelijk om deze wand te beklimmen, lijkt het. Overhangen van wel 45 graden en amper houvast voor je handen en tenen. Pas na een tijdje kijken zien we dat er af en toe een minuscuul gaatje of uitstekend kiezeltje zit. De jongens aan uiteindelijk niet klimmen, maar gaan hun vrienden halen. Jaja!

Na 40 km canyon strekt zich voor onze wielen opeens een grote vallei uit. Kilometers van akkers en huizen worden door de bergen omsloten. Nog maar één bergpas en we komen bij de camping in Brigham, bekend van zijn perziken. De camping heeft een KOA-logo, maar is dat predicaat onwaardig. De slechtste camping die we ooit gehad hebben. Geen uitzicht, gedateerde gebouwen, versleten speeltuin, allemaal kapotte tuinstoelen bij het zwembad: het lijkt of we terug zijn in de jaren zeventig. En als we willen lunchen op de campingtafel, vinden we daar veertig vogelpoepjes op. Dat is wel weer een goede reden om het KOA-tafelkleed te ontmaagden!

’s Middags zwemmen we, verkennen we de camping en gaan we naar de Walmart voor wat essentiële shoppings. En omdat shoppen altijd langer duurt dan je denkt, is er geen tijd meer om te koken. We schuiven aan de bij lokale Pizzahut, waar het ijzingwekkend koud is. De pizza’s daarentegen zijn lekker warm.

Zondag 6 september Brigham City – Salt Lake City
Snel weg uit Brigham, denken we de volgende ochtend. In een van de tientallen foldertjes die je telkens weer op campings kan krijgen, heeft Koen ontdekt dat er een ballonfestival in de buurt is. Nog mooier is het dat dat plaatsvindt op een eiland in het Great Salt Lake. Op het programma stond sowieso al om eens aan den lijve te ondervinden of dat meer echt zo zout is en of je erin kan drijven.

We rijden nog een stukje over onze geliefde highway 89 en komen dan eerst aan in Ogden. De plaatsnaam klinkt hobbit-achtig, maar het blijkt een alleraardigst stadje te zijn. De belangrijkste straat uit Ogden heet Historic 25th Street. ‘Historic’ in de VS betekent: van voor 1900. Toen was Ogden een belangrijke plaats, niet in het minst omdat je het vanuit Salt Lake City met de trein kon bereiken. De reizigers, onder wie drie oud-presidenten, stapten uit op het station en zochten dan vertier in de eerste de beste straat: 25th street. Rond 1890 verrezen hier karakteristiek Amerikaanse saloons, restaurants en guesthouses. In de gebouwen van toen huizen inmiddels art galleries, cofee parlours en eettentjes, maar de negentiende-eeuwse sfeer hangt er nog. Omdat het de zondag voor Labor Day is, zijn alle winkels behalve twee restaurants gesloten, dus we slenteren heerlijk over een verlaten straat. Op verschillende plekken hebben ze levensgrote, kunstig beschilderde paarden neergezet. Daar willen Eline en Nynke wel op zitten. Zo ook op beeldjes van jongens met kruiwagens, een bankje met twee oudjes en een jongetje op een fiets. De leuke wandeling sluiten we af in de speeltuin.

Via de Interstate 15, de echte snelweg, en een soort Afsluitdijk rijden we Antilope Island op. Dat ligt een kilometer of acht het Great Salt Lake in. Al rijdend ruiken we een wat ranzige zeezoute geur al. Great Salt Lake is een meer zonder afwatering, dus in het water verzamelt zich hoe langer hoe meer viezigheid. Vreemd genoeg lag lang geleden de zee op deze plek. Door schuivende aardschollen en aardlagen die omhoog geduwd worden, is het meer als het ware landinwaarts verhuisd. Daarbij komt dat de hitte het water snel laat verdampen. Zo is het meer zouter dan de zee geworden.

We rijden nog nauwelijks op het eiland of we zien al een bizon. Die staat rustig te grazen tussen de vergeelde graspollen en droge struikjes. En nog verder zien we zelfs een antilope. Het eiland is weliswaar genoemd naar dit dier, maar we hadden niet gedacht er eentje te zien. Op tien meter afstand wandelt hij langs. Iets later begint hij zelfs te rennen. Heel gracieus.

Tussen het barre, kale en droge land ziet het festivalterrein eruit als een soort oase in de woestijn. De Antilope Island Balloon and Kite Stampede is niet zomaar een veldje van waaraf balonnen opgelaten worden. Het is een compleet festival met bands, tientallen witte tenten met hapjes en drankjes, demonstraties van vliegeren en ballonvaren en… vier enorme opblaasbare kinderspeeltoestellen. Voor 5 dollar mag je er de hele dag op spelen. Eline stuift er meteen op af. Nynke en Simone gaan eerst naar bed. Nynke is moe en Simone heeft de hele dag al last van duizeligheid, zo heftig dat ze ´s ochtends even boven het potje hing. Gelukkig lucht zo´n dutje wel op. Nynke wordt badend in het zweet wakker. Het is inmiddels gloepes heet geworden en schaduw is op het eiland niet te vinden.

Ondertussen proberen Eline en Koen ook nog of ze naar het water kunnen lopen. Maar het blijkt veel te ver lopen te zijn. Tussen de prikkelige graspollen schiet Eline niet zo op. Het stuk strand blijkt van dichtbij zeker een kilometer lang te zijn. En we vinden allerlei leuke dingen zoals zonnebloemen (!), bizon- en antilopepoep en bizonhaar. We zoeken wat verkoeling in een hutje dat daar alleen voor de schaduwvorming neergezet lijkt te zijn. Daar liggen ook een broer en zus uit Pennsylvania te lezen. De een is net klaar met highschool, de andere neemt even een break van college. Ze zijn van plan een half jaar door hun eigen land rond te reizen. Nieuwsgierig vragen ze ons de oren van de kop.

Als Eline en Koen terugkeren, rijden we snel naar de ander kant van het eiland. Daar is het strand beter bereikbaar. Tien minuutjes lopen door achtereenvolgens strandzand, versteend zout, prikplanten, stenen en meer versteend zout. En dan zijn we bij het meer! We moeten eerst door een dikke baan vliegjes lopen voordat we echt het water in kunnen. De lijkjes van hun voorouders drijven nog in het water. Het meer loopt maar langzaam af. We lopen zeker vijftig meter het water in voordat we kunnen testen of we blijven drijven. En ja hoor, dat kan! Met speels gemakt blijven we dobberen in het water. Toch cool dat we nu kunnen zeggen: wij hebben gedreven in het Great Salt Lake.

Als we teruglopen, zien we de eerste ballonnen al de lucht in gaan. Vijf van die ronde bolletjes in de lucht, het ziet er prachtig uit. Maar ze zouden toch pas tegen zonsondergang opstijgen? Snel spoelen we ons af in de douchehokjes die gelukkig op het vasteland staan en rijden we terug naar het festivalterrein. Een ballonvaarder die met zijn mand naast de weg is neergekomen, vertelt ons dat er vandaag verder geen ballonnen meer de lucht in gaan. De wind is zo zwak dat ze niet weg komen. Hebben we nou het hoogtepunt volkomen gemist? Niet helemaal. Want nadat wij een pad thai en ringelchips naar binnengewerkt hebben, stellen de ballonvaarders hun apparur weer op voor The Glow. Als het donker is, komen we erachter wat dat betekent. Allemaal zetten ze hun branders vol open en schieten oranje pijlen de hemel in. De bezoekers mogen ook even aan de gashendel trekken. Eline en Nynke durven niet, die vinden dat de vlammen teveel lawaai maken. Simone en Koen willen wel!

Terwijl we in volkomen duisternis Antilope Island verlaten, komen we erachter dat we geen idee hebben waar we naartoe moeten. Gisteren hebben we gereserveerd bij camping Pony Express die we op internet gevonden hadden. Maar het adres hebben we niet opgeschreven. Bellen naar de camping levert alleen een voicemail op met een onverstaanbaar telefoonnummer voor noodgevallen erop. Koen weet zich nog te herinneren dat we in SLC North moeten zijn, dus neemt de afslag North. En warempel, daar staat een bordje ‘Camping linksaf’. Verderop ontwaart Simone nog net op tijd het bordje ‘Camping rechtsaf’. Zouden we dan toch goed terecht komen? Drie kilometer rijden we in een toestand tussen hoop en verbijstering rond. En dan zien we camping Cherry Hill liggen. Die kennen we nog van internet, maar hadden we niet gekozen. De verkeerde camping dus! Wat te doen? Dan maar Cherry Hill. We waren blij dat we in ieder geval een camping gevonden hadden. In volkomen duisternis parkeerden we de camper op een vrij plekje en legden de uitgeputte kids op bed. Dat was me het dagje wel.

’s Nachts viel Nynke voor het eerst uit bed. Ze huilde als een speenvarken. Maar na knuffels van papa en mama in het grote bed sliep ze weer gewoon door. Eline sliep door alles heen.

Maandag 7 september Salt Lake City – Park CIty
Gelukkig, de eigenaar van Pony Express kon smakelijk lachen om onze nachtelijke dwalingen en beloofde telefonisch geen kosten in rekening te brengen. En Cherry Hill bleek een superleuke camping met hoge speeltuin en mooi zwembad. Wat een mazzel. Omdat we ook nog een was moesten doen, waren we de hele ochtend zoet. Pas om 13.00 uur reden we weg.

Salt Lake City is een relaxte, fraaie stad. Als we op de Interstate de stad naderen, zien we de huizen ingekapseld liggen tussen de bergtoppen. Met de agglomeratie erbij wonen er meer dan een miljoen mensen. En toch lijken mensen en gebouwen voldoende ruimte te hebben. SLC heeft bij Nederlanders een negatief imago. Identiteitsloze stad, veel christenen, saai, warm, gebouwd op de oevers van een oneindig zout meer. Eigenlijk onmogelijk dat hier in 2002 de Olympische Spelen zijn gehouden. Dat imago moeten we nu bijstellen. SLC is een prettig mêlee van bedrijvigheid, kerken en wolkenkrabbers, omgeven door een erehaag van bergen waar the great outdoors wordt genoten.

We navigeren onze dikke camper naar de parkeerplaats van Temple Square. Hier ligt de kerk van de mormonen, de streng gelovige christenen waar de staat Utah bekend om is. Daaromheen staan wel tien gebouwen die allemaal met het geloof te maken hebben. De Temple zelf is geheel uit beton opgetrokken. Met zijn vier torens en tierlantijnen lijkt het meer op een kasteel of een paleis. Eline en Nynke willen er wel wonen. Daarachter ligt de Tabernacle, dat de vorm heeft van een gigantische computermuis (draadloos). Van een afstandje lijkt ook dit gebouw van beton, maar een sister vertelt dat het gemaakt is van alleen maar natuurlijke materialen uit de bergen om SLC heen. Aan de voorkant ligt een toegangsboulevard met gazonnen, borders met bloemen en grote vijvers. Net als bij de Eiffeltoren, maar dan kleiner. Aan deze boulevard ligt een gigantische wolkenkrabber van alleen maar verticale pilaren (wijzend naar de hemel, uiteraard) van waaruit de Mormonen hun overtuiging over de aardkloot verspreiden. Het grootste gebouw is evenwel de Conference Centre waar liefst 21.000 mensen in kunnen. Hier worden twee keer per jaar Mormonenconferenties gehouden waarbij de voorgangers vijf keer per dag hun gelovigen toespreken. Zo groot, het Circustheater is er een dorpshuis bij. De gebouwen zijn stuk voor stuk indrukwekkend, hoewel ze wat kunstmatig aandoen. Eén voorbeeld: de bloemen in de conference centre zijn van plastic.

Het complex is een grote reclamespot voor het geloof, de Mormoonse manier van leven en modern prophet reverend Morton in het bijzonder. Dat komt het meest tot uiting in de twee visitor centres. Wij dachten in onze naïviteit dat we hier de Lonely Planet Utah wel konden kopen, maar toeristen wegwijs maken is helemaal het doel niet van deze gebouwen. Die zijn er om de zegeningen van de Mormoonse kerk duidelijk te maken. Dat gaat op Amerikaanse wijze, dus lekker vet. Voorbeelden? Een 12 meter hoog spierwit beeld van Jezus Christus met daarachter een donkerblauwe sterrenhemel. Bezoekers kunnen samen met het beeld op de foto (hebben wij uiteraard ook gedaan). Tientallen bijbels in alle talen die kunstig rond een grote, ronddraaiende aardbol neergelegd zijn. Computerschermen waarop je verschillende preken van reverend Morton kunt zien en horen. En tv’s met reclamespots die zo op het gevoel spelen dat zelfs nuchtere Nederlanders erdoor geraakt worden. En verdomd, het werkt. Lief zijn voor de medemens, God eren en goed je best doen, je gaat er helemaal in mee. Maar toen we weer in de camper zaten, schoot me deze vergelijking te binnen. In de middeleeuwen ontstond de gewoonte om de kruising van Christus in schilderijen op de kerkmuren te schilderen, zoals tot op de dag van vandaag nog gebeurt. Toendertijd konden de meeste mensen nog niet lezen en was zo’n soort stripverhaal de beste manier om de boodschap over te brengen. Het enige verschil met nu is dat er televisies en computerschermen bijgekomen zijn.

Bezoekers en gidsen van het Temple Complex vormen een brave, blije bende. Bezoekers glimlachen naar elkaar en doen vrolijk. De gidsen zijn ijverig en behulpzaam. Het zijn allemaal zusters – in de gelovige zin van het woord –, dragen allemaal een lange rok, een naamkaartje met vlag van het land van herkomst en vrome glimlach. Opvallend is ook dat er veel frisse gezinnen met vier, vijf of zes kinderen rondlopen. En we zien een gezin waarvan de jongetjes stropdassen dragen. Deze mensen vormen écht de hoeksteen van de Amerikaanse samenleving, geloven we nu. Ze werken hard en doen geen vlieg kwaad.

Tegen het eind van de middag rijden we door naar Park City, langs de plek waar in 2002 de Olympische vlam brandde. In Park City zijn de meeste Olympische onderdelen afgewerkt en stond het Olympisch Park. Vreemd om de bergen in te rijden over een zesbaanssnelweg. We vermoeden dat die speciaal voor de Olympische Spelen gerenoveerd en/of verbreed is. Bij de twee skischansen moeten de de snelweg af. We zoeken nog even de KOA-camping die volgens Google (maar niet volgens de KOA-gids, onze Bijbel) hier zou moeten liggen, maar vinden hem niet. Dus rijden we naar Park City RV Park, een fraai gelegen camping met zwembad en speeltuin. Nynke is tijdens het rijden in slaap gevallen en slaapt in bed lekker verder. Eline gaat met Simone zwemmen. We eten pas om half acht – een ritme voor de kids hebben we nog steeds niet kunnen vinden!

Denkend aan Marianne Timmer en Gianni Romme vallen we in slaap.



  • 11 September 2009 - 08:09

    Hans&ellen:

    Wat een sappig verhaal zeg! Lezenswaard en leerzaam als de vorige! 't Blijft leuk om op deze manier mee te leven!! Complimenten Koen! Deze story's zijn echt de moeite van het bewaren waard. Als ik door het fotogebeuren van onze eigen vakantie heen ben ligt er dus nog een klus!

  • 11 September 2009 - 17:07

    Marinke:

    Het is net alsof ik in een prachtig woordelijk geïllustreerd boek over de westkust van de VS terecht ben gekomen. Om van de foto's nog maar te zwijgen..Elke dag kijk ik uit naar weer zo'n heerlijk lekker lang lui leesverhaal! Super!

  • 11 September 2009 - 18:10

    Rene:

    Al dromend op de olympus hier wat belangwekkende sportuitslagen uit Europa: WK voetbal: Schotland-Nederland:0-1

    Robert Gesink staat momenteel derde in de Vuelta. Nog alle kans op de winst. Inmiddels Drenthe al lang weer verlaten.

    FC Groningen staat bijna laatste. Ook een prestatie.

    Real Madrid is bijna Nederlander - vrij. Alleen vd Vaart en vNistelrooy zitten er nog.

    Veel plezier in de USA en als ik het zo lees zijn de dames al in training voor de diverse zwemfinales. Waarschijnlijk, nu in de nabijheid van menig olympisch sportsucces, zal de zwemtraining nog verder worden opgevoerd. Twee nieuwe zusje Muis????

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Verenigde Staten, Wellington

Simone, Koen, Eline en Nynke

Actief sinds 27 Juli 2009
Verslag gelezen: 619
Totaal aantal bezoekers 34329

Voorgaande reizen:

21 Juni 2014 - 13 Augustus 2014

Australie 2014

05 Augustus 2009 - 25 Oktober 2009

Eline, Nynke, Simone en Koen go USA

Landen bezocht: